Het is alweer even geleden, maar ik heb nooit de tijd genomen om er even fatsoenlijk over te bloggen.
Eind november vorig jaar ben ik even een weekje naar Zuid-Spanje gegaan. Goedkoop gevlogen, dus met het absolute minimum aan bepakking, 10 kilo. Als je dan een beetje camera, lens en statief wil meenemen, dan heb je al een behoorlijke uitdaging. Want die 10 kilo is zo bereikt!
Op de avond van 25 november heb ik aan de kust bij Salobreña gezeten.
Er was een mooie volle maan, redelijk heldere hemel en een lichte deining in de zee met een hele gemoedelijke branding. De perfecte omstandigheden voor de platen die ik aan het zoeken was.
Het leuke is namelijk met een volle maan, dat als je lang genoeg belicht (bij voorkeur met zo laag mogelijke ISO), dan krijg je een foto die doet denken aan daglicht. En doordat gedurende die lange belichting de branding gewoon doorgaat, lijkt het net alsof er een laagje witte mist op het water ligt – maar in werkelijkheid is dat de branding geweest.
Overigens bleek later in overleg met collega’s Ed Coenen en Tony Vingerhoets dat bij vrijwel alle digitale camera’s langer dan 2 minuten belichten zinloos is voor wat betreft de hoeveelheid licht die door de camera wordt opgevangen. Na twee minuten wordt het beeld niet meer helderder. Je registreert nog wel, dus als er een vallende ster door je beeld zou gaan, zie je die wel, maar de helderheid van de foto is bij twee minuten belichten net zo helder als bij vier of vijf minuten. Een verbazende ontdekking, maar ondertussen door ons drieën afzonderlijk bevestigd.